Eerder interviewden we Petra de Braal, projectleider van de Zeeuwse Huiskamer. Er werkt nog zo een drijvende kracht achter de Zeeuwse Huiskamer: Arend Roos. En ook die hadden we nog niet geïnterviewd. Hoog tijd om met hem van gedachten te wisselen over de Zeeuwse Huiskamer en gewoon eens te vragen: “Wat doe jij eigenlijk voor de Zeeuwse Huiskamer?” Van daaruit ontrolde zich een flink gesprek over de aard van de Zeeuwse Huiskamer en het nut van projecten rond technologie en domotica.
Kun je uitleggen wat je doet voor de Zeeuwse Huiskamer?
Vanaf het begin brengen Petra en ik twee verschillende gezichtspunten in. Petra werkt vanuit de mensen, de gemeenschap. Daar ligt haar kracht. Zij heeft het vermogen daar wat uit te halen. Mijn kracht ligt meer in het herkennen van belangen van organisaties zoals de provincie of zorginstellingen. Daar heb ik ook primair mijn netwerk.
Hoe ben je bij de Zeeuwse Huiskamer terechtgekomen?
Ik hield me bezig met zorg en ICT. In dat veld werden vaak projecten opgestart. Dat soort projecten zag je vaak mislukken. Bijvoorbeeld projecten met I-Pads of videoverbindingen om mensen uit hun isolement te halen. Stuk voor stuk projecten die een kwaliteitsverbetering kunnen zijn in het leven van ouderen. Maar waarom lukte het dan niet om hier in het zorgproces echt een plaats voor te vinden? Zodra de subsidiestroom wegviel, zag je het mislukken. Ik vroeg me af: hoe kan het dan wel? Dat is ongeveer waar ik zat.
Ik kwam bestuurders met dezelfde vragen tegen. En het feit dat zij het ook niet wisten, zorgde dat veel organisaties stil bleven zitten. Maar wil je iets bereiken, dan moet je gaan bewegen. In die periode, waarin ik vast zat, ben ik actief netwerken op gaan bouwen zoals Santé Zeeland. In die tijd hoorde ik ook van Krot of Kans, een project van Petra. In dat project wilden partijen om leren gaan met leefbaarheid en leegstand. Het is een prachtig voorbeeld waarbij partijen in de wereld van mensen gebracht worden in plaats van andersom. Het is werken van binnen naar buiten in plaats van van buiten naar binnen.
Kort daarop kwam ik ook toevallig Petra tegen. We zijn een kopje koffie gaan doen en aan die tafel is de Zeeuwse Huiskamer en het principe achter de Zeeuwse Huiskamer ontstaan. We leren van mensen en leren luisteren naar de verhalen van mensen. Op basis daarvan kunnen nieuwe opleidingen worden aangeboden, het biedt nieuwe mogelijkheden om samenwerkingen te verbeteren en het biedt instanties en overheden de mogelijkheid om weer in beweging te komen. Dat is waar het in de Zeeuwse Huiskamer om gaat.
Hoe ziet jullie samenwerking eruit?
Petra doet het werk en ik zorg dat ze de ruimte heeft om dat te doen. Voor uren is geld nodig en dan kom je in de wereld van de systemen en organisaties. Ik heb daarin een faciliterende en dienende rol.
Ik zorg dat we zichtbaar zijn waar we zichtbaar moeten zijn. Dat gebeurt enerzijds doordat we als project inhoudelijk in het oog springen, maar ik zit ook in veel netwerken met zorginstellingen, overheden en innovatienetwerken. Daar zorg ik bijvoorbeeld voor spreektijd of een stand op een beurs. Of ik zorg zelf voor gerichte bijeenkomsten. Het gaat intuïtief. Ik zoek de podia waarvan ik denk dat we er moeten staan. Dat is nog steeds hard werken, maar nu de inhoud er is, staan partijen wel meer open. Het helpt ook dat je open staat voor waar hun interesse ligt.
Vanuit mijn rol wist ik dat veel zorgorganisaties met vragen over ICT en domotica zaten. Op die basis zijn veel van de eerste partners aangehaakt. Wij hielden ons met die domotica bezig, maar dan wel op de Zeeuwse Huiskamer-manier. We gebruikten het vooral als een instrument om de zelfstandig wonen te onderzoeken. Al snel bleek dat eenzaamheid een belangrijkere uitdaging is en dat mensen meer zaten met de juiste plaats van een lichtknop dan dat ze bezig waren met domotica. De Zeeuwse Huiskamer is bij uitstek een middel geweest om dat bespreekbaar te maken. Het is een plek voor vraagarticulatie. Het is geen plek waar je een lijstje krijgt met: over vijf jaar heb je deze tien producten nodig in de zorg. En daar raken we de kern: Het gaat bij de Zeeuwse Huiskamer om sociale innovatie, met mogelijk technologische innovatie en procesinnovatie als gevolg.
Vertel daar eens meer over?
Organisaties kijken altijd vanuit de eigen organisatie naar een probleem. Het is voor hen dan ook moeilijk om onbevangen te luisteren naar een klant of patiënt. Dat is wat de Zeeuwse Huiskamer doet. Een echte zorgvraag krijg je bijna nooit te horen. Daarom infiltreren wij in gemeenschappen en komen in de levens van mensen. Daar halen we de echte verhalen boven. Zo ontdekken we waar écht behoefte aan is. Bij de Zeeuwse huiskamer hebben we partners die open staan voor wat we doen, maar soms is het wel confronterend. Het is niet prettig om te ontdekken te zien dat binnen jouw organisatie vóór maar niet met mensen wordt gedacht.
Nog een voorbeeld. Denken vanuit je eigen aanbod en dus niet vanuit je cliënten is niet helemaal te voorkomen, maar een tweede reden om vanuit de vraag te denken is het enorm versnipperde aanbod. Bij Over leven met Kanker praten we met mensen bij wie de diagnose kanker is gesteld. Zij zitten met een heel complex aan vragen die niet allemaal passen bij één aanbieder. Gelukkig zijn er zeer goede oncologieverpleegkundigen, maar die hebben geen kennis om financiële vragen te beantwoorden of je op weg te helpen als je denkt: hoe moet het nou met de kinderen? Veel organisaties hebben een goed aanbod en er wordt wel aan ketens gedacht, maar die zijn dan erg medisch en niet gericht op het sociale aspect. Bij heel veel problemen heb je een soort gids of loods nodig. Maar als je zoiets bedenkt, dan ga je er eigenlijk al vanuit dat het systeem iets dergelijks accepteert en dat is nog helemaal niet zo. Wij kunnen bekijken of er een schakel versterkt, tussenuit of toegevoegd moet.
De Zeeuwse Huiskamer is een aanpak om over vernieuwing en aanpassing van de eigen processen na te denken. Over leven met Kanker is exemplarisch voor veel dingen die binnen (ouderen)zorg spelen. Het geeft een leereffect op andere thema’s in de zorg.
Wil iedereen in de aanpak van de Zeeuwse Huiskamer mee?
Het is niet voor alle partijen even makkelijk om bij iets aan te haken dat een geen project is, maar een proces. We werken met mensen aan sociale innovatie. En waar je met mensen werkt, staat de uitkomst nog niet vast. We nodigen mensen uit om mee op die weg te gaan, maar… ze moeten wel zelf trappen. Maar er zijn natuurlijk mensen die niet trappen als ze niet weten waar ze naartoe gaan. Het is als organisatie veel makkelijker om een consultant in te huren die je aan het eind van een project een rapport geeft met drie opties waaruit je kunt kiezen. Desondanks krijgen we uiteindelijk bijna iedereen mee door ook met tastbare resultaten en concrete acties te komen
We pakken alles zo aan omdat we vanaf het begin wilden gaan naar een leeromgeving waar je antwoorden kunt vinden op de vragen waar we mee worstelen. Petra en ik geloven echt dat je kunt komen tot nieuwe constellaties; dat je dingen opnieuw kunt ordenen. Dat geloof zit heel diep in de Zeeuwse Huiskamer.
Maar hoe verhoudt dat geloof zich tot een zorginstantie die zich tot jullie wendt met de vraag: hoeveel bedden heb ik over tien jaar nodig?
Met zo’n vraag heb ik op zich niet zo’n moeite. Waar het om gaat, is of we er in gesprekken achter kunnen komen wat de vraag achter de vraag is. Misschien hebben ze alleen iemand nodig die prognoses kan maken in Excel. Dat is ook goed. Maar k ben benieuwd naar waarom iemand die vraag stelt. Wat weet je al van de mensen voor wie je die vraag stelt, bijvoorbeeld. Als er daadwerkelijk interesse blijkt en ook een achterliggende wens om de dienstverlening te verbeteren, dan is er perspectief tot samenwerking.
En om even terug te komen op die technologische oplossingen waar je mee worstelde?
De Zeeuwse Huiskamer gaat ook absoluut over techniek, maar op een andere manier dan de meeste mensen zouden denken. We zetten experimenten met technologie in op een manier om te bekijken wat er nu concreet moet worden opgelost. Technologie is dan een enabler, een manier om het gesprek op gang te krijgen. Verzorgingsrobots zijn bijvoorbeeld een interessant aanknopingspunt om het te hebben over de afhankelijkheid van menselijk contact. Net zoals de techniek achter een beeldtelefoon minder interessant is dan vragen over menselijk contact.
En ook hier moet je weer waken om te veel vanuit de organisatie of het personeel te denken. Zo herinner ik me een discussie over steunkousenaantrekkers. Die stuitten op veel weerstand bij wijkverpleegkundigen. Zij zouden dan minder vaak over de vloer komen en dat was destijds een reden om het project rond deze apparaten af te blazen. Maar er werd daarbij voorbijgegaan aan het feit dat zo’n aantrekker mensen wel in staat stelt om zelf hun dag in te delen.
Kun je ook een voorbeeld vanuit de Zeeuwse Huiskamer geven dat iets zegt over de werkwijze die achter alles zit?
De kennis die Petra ophaalt, bepaalt waar de prioriteiten zijn. Bij Rilland was het centrale thema: leefbaarheid vergroten. Van daaruit zijn we begonnen. We halen kennis op en die vertalen we. Na intensieve gesprekken vormt zich een beeld waarbij thema’s naar voren komen zoals dementie. Concrete resultaten zijn bijvoorbeeld de radio-uitzendingen en het lespakket dementie.
En het achterliggende doel is dat de betrokken partijen ervan leren, en dat ze ook leren hoe ze dit zelf kunnen doen. Daar kunnen we ze desgewenst ook in begeleiden. Wat dat betreft, ben ik ook heel benieuwd naar nieuwe huiskamers. Daar krijgt de Zeeuwse Huiskamer weer een heel andere kleur door de ervaringen die we als Zeeuwse Huiskamer onderweg hebben opgedaan en doordat de situatie daar ter plekke natuurlijk ook weer uniek is.