Aan het eind van het interview met Paulette de Kraker over de gesprekken die ze voerde voor het onderzoek van Over Leven met Kanker kwam de sociale kaart aan bod. Daar viel zo veel over te vertellen dat een tweede interview direct volgde.
Een sociale kaart naar aanleiding van de interviews. Vertel daar eens over?
We hebben in de interviews data verzameld en HBO-V studenten maken op basis van die informatie een sociale kaart. Zij moeten in hun laatste jaar werken aan een praktisch vraagstuk en een sociale kaart op dit gebied is er nog niet voor Zeeland.
Wat is het nut van zo’n kaart?
Het laat mogelijkheden zien. Daarmee geef je patiënten opties, maar een arts kan er bijvoorbeeld ook uit opmaken naar wie iemand doorverwezen kan worden. Voorafgaand aan de interviews hebben we uitgebreid gepraat met organisaties op het gebied van zorg en welzijn, het Palazzolihuis, vrijwilligers en artsen om hen te vragen naar welke kennis er mist. Zo hoorden we bijvoorbeeld van een arts die nog steeds patiënten op spreekuur krijgt die dat al lang niet meer hoeven. Maar steun hebben ze nog wel nodig en daar komen ze eigenlijk voor. Ze zou ze graag doorverwijzen naar een goede psycholoog. Maar wie?
Daarbij kun je je wel afvragen: is zo’n vertrouwensrelatie die je al hebt vervangbaar? Dat soort dingen moet je ook aankaarten.
Komen al die gegevens uit de gesprekken?
De Thesaurus Zorg en Welzijn vormt ook een basis voor de sociale kaart. Die is heel algemeen en wordt meer toegespitst op Zeeland en oncologie. O, en wat ook heel fijn is: de sociale kaart is in 3D.
Klinkt spannend. Wat voegt dat toe?
Daardoor krijg je verhoudingen heel erg visueel in beeld. Je ziet bijvoorbeeld de relaties tussen verschillende instellingen en patiënten en ook zie je bijvoorbeeld veel duidelijker hoeveel mensen er bij één persoon betrokken zijn.
Voor een eerste opzet – de kaart wordt nog verder ontwikkeld – zie de illustratie hier onder (voor een grotere versie, klik op de kaart):